De Sint-Petruskerk ligt merkwaardig genoeg niet in het hart van het dorp, maar wordt omgeven door weiden. Dit zou verband houden met een verdwenen kasteelhoeve, waartoe de kerk in oorsprong behoorde. De parochie werd al vermeld in 1120.
De ijzerzandstenen gevelgedeelten aan de westzijde van de kerk verwijzen naar het oorspronkelijke Romaanse bedehuis. De vieringtoren werd gebouwd in de late 13de eeuw. Tijdens de 16de eeuw werd de kerk grotendeels herbouwd in laatgotische stijl tot een driebeukige kerk met vieringtoren. De datum 1540 op één van de pijlers van de voering, zou naar die bouwfase verwijzen.
In 1913 volgde nog een ingrijpende restauratie en verbouwing naar de plannen van architect Alphonse De Pauw. De zijbeuken werden verbreed en aan de zuidoosthoek werd een sacristie gebouwd.
De kerk bezit een merkwaardig interieur, dat grotendeels wordt bepaald door de houten gewelven en de spitsbogen op bakstenen zuilen die de beuken scheiden. Het meubilair vormt een uniek homogeen ensemble dat grotendeels dateert uit de 18de eeuw.