In Leisele-dorp, aan een gekasseid rechthoekig plein, ligt de Sint-Martinuskerk, een laatgotische hallenkerk van omstreeks 1500. De kerk werd meermaals door brand geteisterd, de laatste keer in 1909. Dat aan de gotische kerk een Romaans bedehuis voorafging, valt af te lezen uit het ijzerzandsteen waarmee een deel van de centrale westgevel opgetrokken is.
Op de laat-18de-eeuwse communiebank na is het meubilair neogotiek. Rond de kerk is een kerkhof afgezoomd met beuken en hulsthaag. De kerk is in 1939 beschermd als monument. De hele dorpskern is sinds 1996 een beschermd dorpsgezicht.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog verblijven de leerlingen van het grootseminarie van Brugge voor lange tijd in Leisele. Ze krijgen les in de sacristie van de Sint-Martinuskerk.
Kerkhof
Op het kerkhof van Leisele werden vanaf 6 april 1915 tot 4 oktober 1918 een 25-tal slachtoffers van de Groote Oorlog begraven, waaronder zeven man die bij de aflossing van hun post te Fort Knokke verdronken. Na de oorlog werden ze herbegraven op de militaire begraafplaats van De Panne of op het kerkhof van hun woonplaats. Verschillende graven verwijzen wel nog naar oud-strijders van de Eerste en Tweede Wereldoorlog.
Leisele Churhyard
Eenzaam en alleen ligt in de rechterhoek van het kerkhof het graf van fusielier R. Robinson van het Britse Expeditie Leger die sneuvelde bij de terugtrekking naar Duinkerke in mei 1940.