Voor het project 'Iedereen Dichter' trok auteur Astrid Haerens vorige zomer door de Westhoek. Aan de hand van workshops en publieke interventies ging ze op zoek naar de hartslag van de streek. Ze probeerde er, samen met de bewoners, het verborgene bloot te leggen en in poëzie te gieten. Astrid verkende acht verschillende dorpen en steden: Alveringem, De Panne, Diksmuide, Houthulst, Koksijde, Nieuwpoort, Lo-Reninge en Veurne. Op elke plek ging ze op een andere, unieke manier te werk, steeds met open ogen en oren, steeds op zoek naar ontmoetingen en verhalen.
Dit is haar gedicht voor Alveringem:
Alveringem
ik zit in de tuin en eet kersen
en zie hoe deze grond
mijn wachtwoorden heeft bewaard
oude kogels, lippen van papavers
onaangeroerd heeft bewaard
het was een stil jaar
zegt de buurvrouw
terwijl ze de ronde van het onkruid doet
tuurt naar de pulserende kolen aan de horizon
voel jij ook die dalende druk
dat fijn stof dat ons na al die tijd gevonden heeft
ze drukt haar handen in de aarde, en haar knieën,
en haar gezicht
het was een stil jaar
ik luisterde naar mijn moeder die verdrietig was
om mijn broer die verdrietig was om mijn vader die
verdrietig was om mij we zwegen
rouwen op het ritme van de natuur is zo slecht nog niet
zegt de laatste boer die tegen de muur zijn facturen uitklopt
de beesten hebben me nodig, liefde geef ik in de vorm
van een kilo courgettes, het slijmspoor van slakken
na onweer stelt me gerust
net zoals het feit
dat ze niet langer dan twaalf maanden hoeven te leven
hoeveel lichter, hoeveel vrijer je zou ademhalen
en maakt het dan nog uit
welk dorp, welk huis
welke trots je op je draagt