"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Jules (Juliaan) Heylen, de ongehuwde zoon van Vincent en Maria Catharina Beyens, is metselaar van beroep, 1,67 meter groot en heeft kastanjebruin haar. Op 3 september 1914 treedt hij als milicien in dienst van het Belgisch leger. Na zijn opleiding wordt hij op 15 februari 1915 toegevoegd aan het 5° Linieregiment te velde.
Juliaan raakt op 15 november 1917 zwaar gekwetst in Diksmuide en wordt met een hersenwonde en in coma geëvacueerd naar het Belgisch militair hospitaal van Hoogstade, dat gevestigd is in het Gasthuis Clep, waar hij nog dezelfde dag om 13 uur overlijdt. Op 19 november 1917 wordt hij begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Hoogstade, grafnummer 869, en op 21 december 1921 herbegraven op de gemeentelijke begraafplaats van Mol.
In de kerk van Oeren is een glasraam opgedragen aan Juliaan Heylen. Het glasraam stelt een treurende soldaat voor, geknield bij een medesoldaat tegen de achtergrond van een kerk, terwijl een brand woedt aan de horizon. De soldaat breekt zijn geweer over zijn knie. Op de voorgrond zijn een aantal heldenhuldezerkjes te zien. Onderaan staat de tekst: “Vaarwel mijn broeder Julien Heylen", een gift van Alfons Heylen. In bijlage vindt u ook de tekst van de laatste brief die Juliaan Heylen aan zijn broer schreef.
Kijk ook eens op de website Kempense klaprozen