Harry Cogge °03-05-1925 Oavergemsjche Kopn

Harry Cogge






Bekijk het filmpje

Liefde voor muziek!

Harry met hondHarry Cogge kan terugblikken op een lang leven in het teken van de muziek. Honderden mensen uit de streek hebben bij Harry muziekles gevolgd. Hij speelde accordeon en tal van andere instrumenten, dirigeerde orkesten en harmonieën, maakte muziekboeken voor alle soorten draaiorgels… En bovenal had hij een neus voor talent. Zijn grootste ontdekking? Will Tura!

“Mijn vader was een binnenschipper”, vertelt Harry. “Als kind heb ik dan ook heel veel meegevaren. Ik herinner me nog dat we in de buurt van Saint-Omer zeven keer moesten versassen om het grote hoogteverschil te overbruggen. Op bepaalde plaatsen was er ook een accenseur, zodat het schip in één keer naar een veel hoger of lager niveau kon getild worden. Als kind vond ik dat heel spectaculair. Maar in tegenstelling tot mijn twee oudere broers, Germain en Prosper, hield ik mij meestal afzijdig. Als vader mij vroeg om iets te doen, dan antwoordde ik steeds: ‘ik doe dat niet gèèrn. Ik wilde eigenlijk maar één ding en dat was muziek spelen.”

Toch moesten de handen af en toe uit de mouwen gestoken worden. “Met zijn schip heeft mijn vader veel bieten vervoerd. We moesten die gaan laden nabij de Grote Millebrugghe in de Noord-Franse gemeente Steene, voorbij Sint-Winoksbergen. Als jonge knaap hielp ik met een klein korrewaagentje bieten opvoeren. Ook ’s avonds werkten we door. Toen één van de lichten uitviel, reed ik plots in mijn eigen schaduw. Ik zag niets meer en viel van de loopplank, ’t sop in. Ik was al twee keer ondergegaan. En zoals je weet: als je drie keer ondergaat, ben je voor goed vertrokken. Gelukkig had mijn broer Prosper dat zien gebeuren en hij trok me bij mijn haren uit het water. ‘Nu zie je de mien wi’, zei Prosper. En niet lossen hé. Hij heeft mijn leven gered. Maar ik ben daarna wel nog een tijdje ziek geweest. Deze historie is me altijd bij gebleven.”

“Mijn vader hoopte dat één van zijn kinderen de stiel zou voortzetten. ‘Je krijgt mijn boot gratis en voor niets’, zei hij. Maar mijn oudste broer Germain was daar niet echt voor geschikt. Hij is nooit naar school geweest en kon lezen noch schrijven. En Prosper dat was een echte voyageur. Hij wilde de wereld zien. En op een schone ochtend was hij zonder boe of bah met de noorderzon vertrokken, samen met enkele vrienden. Waar ze uiteindelijk terechtgekomen zijn, weet ik niet. En zelf had ik al helemaal geen goesting om schipper te worden. Ik had maar één ambitie: muzikant worden.”

‘Tuur’ Blanckaert

Cogge-TuraHarry kwam in contact met Pamfiel Blomme, een bekende coiffeur uit de Groate Oststraete in Veurne, die ook zelf muziek schreef. Harry was er kind aan huis. “Van zodra ik binnen kwam, liet hij zijn kam en schaar vallen en begon hij zijn nieuw muziekstikje te neuriën. En intussen bleef die vent in zijn kappersstoel zitten met zijn kop half afgeschoren. Hij kon alleen maar geduldig wachten tot ik weer vertrok. Ik heb veel geleerd van Pamfiel.”

Heel de familie Cogge speelde accordeon, maar Harry is de enige die zich verder bekwaamd heeft in de muziek. Zo heeft hij onder meer les gevolgd bij de Ieperse accordeonvirtuoos Albert De Hollander. “Maar soms had ik de indruk dat accordeons verkopen zijn voornaamste doel was”, zegt Harry. Hij daarentegen wilde in de eerste plaats zijn kost verdienen als muziekleraar. “Als ik iemand muzikaal kon opleiden, dan schonk mij dat de grootste voldoening.”

En Harry heeft honderden leerlingen opgeleid. Naar verluidt was hij een strenge maar tegelijk ook geduldige leermeester. “Het moest zijn zoals ik wilde, hoe moeilijk het ook was”, zegt Harry. “Maar het heeft geen zin om brutaal te zijn of om de leerlingen af te breken. Integendeel, je moet ze courage geven om door te doen en zichzelf voortdurend te verbeteren.” En deze aanpak heeft vruchten afgeworpen. Harry heeft op die manier heel wat muzikaal talent ontdekt, waaronder ook een hele grote: Arthur Blanckaert, alias Will Tura.

Zelf spreekt Harry nog altijd over ‘Tuur’. “Wij woonden in dezelfde straat, op de Nieuwstad in Veurne”, zegt Harry. “Als zijn ouders Tuur niet vonden, dan zat hij bij mij. Ik gaf hem les. Terwijl ik muziek speelde, volgde hij op de partituur. En binnen de kortste keren nam ik hem mee op het podium om te zingen met ons orkest ‘De Nachtvlinders’. In die tijd was Bobbejaan Schoepen bijzonder populair. Zoals je weet, kon Bobbejaan jodelen als de beste en Tuur jodelde zijn liedjes na. En hij deed dat ontzettend goed.”

“Als hij moest optreden, riepen we: ‘Tuute, ’t is an joen wi’. En dan trad Tuur in zijn cowboypakje naar voren en begon te zingen en te jodelen dat het een lieve lust was. Overal waar ik met het orkest ging spelen, was Tuur mee. Slechts één keer was hij niet op het appel. Hij had huisarrest gekregen omdat hij eerder op de dag op de schoolbanken in slaap was gevallen. En de mensen in de zaal vroegen meteen: ‘Awel, woar is dat mannetje?’. Als Tuur niet zong, dan zat hij op een stoel op het podium. Maar Tuur was geen jongen om daar braaf stil te blijven zitten. Daarom kocht ik voor hem een gitaar, toen voor 250 frank, en ik leerde hem spelen. En zo heb ik hem ook rijp gemaakt om behalve een goede zanger ook een goed muzikant te worden.”

Harry Cogge werkte toen samen met Walter Richard, de bezieler van de stadsrevues in Veurne. Tuur was amper negen jaar toen Walter Richard de jodelende cowboy al liet optreden in Cinema Eldorado in Veurne. “Walter leverde de teksten en ik zorgde voor de muziek”, zegt Harry. “We wisten dat Tuur het talent had om een hele grote te worden. Maar Arthur Blanckaert was geen goede artiestennaam. En Walter Richard begon te spelen met de letters van zijn voornaam Arthur en kwam zo uit bij Tura. En dan heb ik voorgesteld om er Will Tura van te maken. Dat bekte goed.”

Nachtvlinders“Tijdens een optreden in Bredene zat Jacques Kluger in de zaal, de grootste Belgische muziekuitgever van die tijd. Wij hadden regelmatig contact met elkaar. Ik bracht hem op de hoogte van nieuw opkomend talent onder mijn leerlingen en hij vroeg mij regelmatig om bepaalde muzikanten extra les te geven. En zo heb ik die dag zeker een half uur met hem over Arthur Blanckaert gepraat. Enige tijd later heeft Tuur zijn eerste platencontract getekend. De Veurnse zanger was toen 17 jaar.”

En het vervolg is genoegzaam bekend. Will Tura is uitgegroeid tot hét monument van de Vlaamse muziek. “Dat Will Tura het gemaakt heeft, is zeker niet alleen mijn verdienste, maar Tuur weet heel goed wat hij van mij geleerd heeft”, zegt Harry niet zonder trots. En de bekende zanger, muzikant en liedjesschrijver is Harry ook altijd erkentelijk gebleven.

De Molenwal

Intussen boekte Harry Cogge ook succes met zijn orkest ‘De Nachtvlinders’, dat hij in 1955 had opgericht. “We hebben toen veel opgetreden in het Feestpaleis in Oostende. In die tijd staken de Engelse toeristen nog massaal het Kanaal over met de maalboot. Er zaten dan ook veel Engelsen in de zaal, maar de naam ‘De Nachtvlinders’, dat konden zij niet uitspreken. We hebben er dan maar ‘The Night Owls’ van gemaakt. Met dat orkest hebben we ook veel bekende artiesten begeleid. Na een van de concerten leerde ik de heer Demaeyer kennen, toen directeur van het Meli Park in Adinkerke. Ook daar heb ik veel gespeeld met tal van binnen- en buitenlandse muzikanten. Ik ben jaren verantwoordelijk geweest voor de muzikale opluistering in het Meli Park.”

In 1971 neemt Harry Cogge op de wijk Kruisabeele het etablissement De Molenwal over. Daar treedt hij elk weekend op. Omdat de zaak in ’t gat van uul ligt, plaatst hij overal in het ronde paaltjes met wegwijzers naar De Molenwal. Maar enkele dagen later waren al die staksjes verdwenen. En dat euvel heeft zich meerdere keren herhaald. “Te lange leste had ik geen hout meer om nieuwe staksjes te maken”, zegt Harry. “Blijkbaar was niet iedereen content met mijn komst”.

Maar dat heeft niet belet dat de mensen toch massaal de weg naar De Molenwal hebben gevonden. Met bussen vol kwamen ze naar de nieuwe speelplekke van Harry Cogge. “Soms was er zo veel volk dat niet alle mensen binnen konden. In de zomer, als het mooi weer was, zetten we ze ook buiten aan tafeltjes, zodat ze toch nog de muziek konden horen die binnen gespeeld werd. Een vast programma had ik niet. Ik wilde niet dat de mensen zouden zeggen: ‘Cogge speelt al tien jaar hetzelfde’. Ik wilde constant vernieuwen, maar wel goed wetende wat de mensen graag horen. Soms nodigde ik ook een groep leerlingen uit om te komen spelen in De Molenwal. En dat zorgde ervoor dat de mensen graag terug kwamen.”

Er waren niet alleen veel mensen maar blijkbaar ook veel beestjes… Op een dag krijgt Harry een man uit Ieper op bezoek. Hij bestelt een pint en trakteert ook de patron. “Er lopen hier veel keuntjes rond”, zegt de man. En Harry, zich van geen kwaad bewust, antwoordt spontaan: “Ge meugt ’t zeekr zien, ’t gebeurt dan ‘k ik mi me gewertje intje moln voer in de pot”. Blijkt die man een chef jachtopzichter te zijn. “Ik stond aan de grond genageld en kon op slag niet meer klapn. En na een tijdje vroeg ik bang: ‘goa je me nu in de bak steekn?’. Gelukkig heeft hij het blauwblauw gelaten. Maar sindsdien heb ik geen enkel keuntje meer geschoten.”muziek van Leisele

Koningin

Uiteraard kennen we Harry Cogge ook als dirigent van de harmonieën Sint-Cecilia Leisele en Houtemnoare bluuft tegoare. Hij heeft dat respectievelijk twintig en dertig jaar gedaan. “Sommige muzikanten heb ik van kindsbeen af begeleid”, zegt Harry. Maar daarnaast heeft Harry ook veel draaiorgelboeken gemaakt. Tegenwoordig gebeurt dat volledig met de computer, maar vroeger was dat een pure ambacht.

FabiolaHarry deed alles zelf: van het maken van het arrangement tot het ponsen van de kaarten. In die hoedanigheid heeft hij ook de eer gehad om wijlen koningin Fabiola te ontmoeten: “Zij bracht een bezoek aan het orgelmuseum van Daniël Dageraedt in Koksijde. De koningin was enorm geïnteresseerd in hoe die geponste kaartenboeken gemaakt werden en hoe die er voor zorgden dat er muziek uit het orgel kwam. Het is niet zomaar een kaart met gaatjes. Elk gaatje, de vorm en de afstand tussen de gaatjes in het karton hebben hun belang. Ik heb dat allemaal uitgelegd aan de koningin, zodat ze het goed kon begrijpen.”

Harry heeft in zijn leven vele muziekinstrumenten bespeeld: accordeon, piano, orgel, trompet, saxofoon, klarinet… “Alleen met schuiftrombone had ik miserie”, zegt Harry. “Maar het liefst tokkelde ik op mijn accordeon”. Sinds het overlijden van zijn vrouw Jeannine in 2011 is de muzikale passie bij Harry Cogge getemperd. “Ik ben nog altijd met muziek bezig, maar alleen in mijn hoofd”, zegt Harry. “Het komt niet meer uit mijn vingers”. In 2011, op zijn 85ste, ontving Harry de cultuurprijs van de gemeente Alveringem voor zijn grote muziekverdiensten. Nu woont hij sinds anderhalf jaar in een assistentiewoning van het Woonzorgcentrum ’t Hoge in Alveringem.

“Ik kan alleen maar gelukkig zijn”, zegt Harry. “Heel mijn leven heeft in het teken van de muziek gestaan. Ik heb altijd succes gehad en ben altijd graag gezien geweest. En ik heb het geluk dat ik er nog altijd ben en dat ik het nog steeds kan vertellen. Als ik over twee jaar nog leef en ik vertel nog altijd hetzelfde verhaal, dan zullen jullie zien dat het geen leugens zijn. Want als je liegt, moet je altijd goed opletten dat je de volgende keer dezelfde leugen vertelt, en dat lukt bijna nooit. Eens je de waarheid vertelt, zul je altijd de waarheid vertellen. Ik heb daar mijn hele leven een punt van gemaakt. ’t Is toch juuste hé?”

  Zoeken  

  • tel.
Webdesign & Development by DigitalMind | Powered by eXopera