De Belgische socialistische senator Emile Vinck is op 31 oktober 1870 geboren in Alveringem.
Emile Vinck studeert aan het atheneum van Brussel en de Université Libre de Bruxelles. Als doctor in de rechten wordt Emile Vinck in 1896 secretaris van de Fédération National des Conseillers Communaux Socialistes en richt het federatieblad 'Le Mouvement Communal' op.
In 1913 sticht hij de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten waarvan hij ook tot zijn overlijden directeur blijft. Vlak na de Eerste Wereldoorlog werkt Vinck geestdriftig mee aan de heropbouw van de steden. Zijn ideaalbeeld is het model van de tuinwijken. Hij levert baanbrekend werk in de ontwikkeling van duurzame wijken.
Van 1945 tot aan zijn overlijden is hij de voorzitter van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken en in 1946 is hij commissaris-generaal van de Belgische afdeling van de internationale tentoonstelling 'Urbanisme et Habitation' in Luik.
Zijn politieke carrière start in de Brusselse gemeente Elsene. In 1904 wordt hij er voor de Belgische Werkliedenpartij verkozen tot gemeenteraadslid. In 1912 wordt hij door de provincieraad van Brabant aangeduid als senator. Dat mandaat vervult hij tot in 1946. In de Senaat is hij ook quaestor (1919-1932) en ondervoorzitter (1932-1946).
In 1919 ligt hij aan de basis van een parlementaire commissie voor de bouw van het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel.De bekende Art Nouveau-architect Victor Horta bouwt voor hem een huis: maison Vinck in de Washingtonstraat 85 te Elsene.
In Wallonië zijn verscheidene straten naar hem genoemd. Zo vinden we een rue Vinck in Binche, Herstal en Luik, een place Emile Vinck in Flémalle-Haute, een école Vinck in Flémalle en een cité Vinck in Moeskroen. Emile Vinck overlijdt op 30 oktober 1950 in Brussel.